‘Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam …’

Wim en Wil

Door: Conny van den Berg

Op bezoek bij Wim en Wil Terlaak voelde ik me al snel op m’n gemak. Ze zijn 58 jaar getrouwd en de 80 jaar ruim gepasseerd, maar staan nog volop in dit leven, al is er wel een verlangen naar God en Zijn Koninkrijk. Wim heeft als kleine jongen heel wat meegemaakt in de oorlog in Rotterdam. Zo klein als hij was, moest hij voor eten en warmte zorgen. Ook zag hij op straat veel leed. Dat heeft hem gevormd. In de christelijke gereformeerde kerk in Delfshaven kwam hij tot bekering. Hij heeft er erg mee geworsteld dat je volgens de predikant daar niet zomaar kon zeggen dat je geloofde, deed uiteindelijk belijdenis, maar durfde toen nog niet aan het Avondmaal. Je werd er in die tijd ook niet voor uitgenodigd. Toen een Avondmaalspreek ging over Psalm 73: 28 (‘Maar mij aangaande, het is goed nabij God te wezen’) geloofde hij plotseling dat hij aan mocht gaan. Hij was toen 23 jaar. Ouderlingen kwamen na die tijd helaas verhaal halen. Wat kon hij nou meegemaakt hebben? Niet bepaald pastoraal. Aangaan is immers een geloofskwestie. Uiteindelijk zijn Wim en Wil in Gouda terechtgekomen, waar ze zich bij ds. Abma direct thuis voelden. Nog altijd hebben ze het goed naar hun zin in de Sint-Jansgemeente. De drie dominees vinden ze erg fijn.

Open armen
Enkele jaren geleden moest Wim meerdere operaties ondergaan. Een zware tijd, waarin hij veel bad of God hem iets wilde zeggen. Hij kreeg toen een tekst in zijn gedachten. Het leek alsof God naast hem stond en zei: ‘Wim, zo is er dan geen hel en verdoemenis meer voor hen die in Christus zijn en niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.’ Die tekst vond hij terug in Romeinen 8:1. ‘Zo wist ik dat God mijn zonden vergeven had.’ Later kreeg hij een soort visioen. ‘Ik zag dat ik boven mocht zijn, bij Abraham, Izak en Jakob. Ik had de laatste plaats, maar zong net zo hard als de anderen. Nu ik 85 ben en het einde nadert, weet ik dat de poort wijd open staat en Jezus mij met open armen staat op te wachten. Vind je dat geen wonder? Soms is er weleens twijfel. Als ik daar eenmaal mag zijn, is dat alleen uit genade. Ik voelde in die tijd dat er voor mij werd gebeden. Dat is het mooie van een kerkelijke gemeente.’

Verdieping
In deze coronatijd mist het echtpaar de kerk. De keren dat ze er naartoe mogen, missen ze het zingen. Gelukkig kunnen ze thuis wel samen zingen. Wil en Wim zijn al zo lang samen dat ze op het geestelijke vlak sterk naar elkaar toegegroeid zijn. Wil: ‘Je houdt van elkaar en je leeft met elkaar. Dan ook geestelijk samen te zijn is een zegen van God.’ Bij haar is het geloof wat geleidelijker gekomen. ‘Vroeger praatte je niet over je innerlijk en wat je bewoog. Door het jeugdwerk en vragen van de jeugd ging ik zelf meer nadenken en in de Bijbel lezen. Gemakkelijk was het niet. Je moest soms zomaar een antwoord klaar hebben, dus je verdiepte je steeds meer in Gods Woord. Dat bracht me dichter bij Hem. Mijn honger werd daardoor gestild. Dat gebeurde helemaal toen we in Gouda kwamen wonen.’

Gebed
Samen hebben Wim en Wil zich ingezet voor de gemeente door veel vrijwilligerswerk te doen. Wim zat bovendien in de kerkenraad. Nu vinden ze het fijn het wat rustiger aan te doen. Op dit moment zijn ze via YouTube bij de diensten betrokken. Ze onderstrepen het belang van gebed voor een opwekking in de gemeente en willen de jeugd graag meegeven in de eerste plaats het Koninkrijk van God te zoeken en de Heer te leren kennen als zaligmaker. ‘Het gaat om God en wat Hij voor je betekent in je leven’, aldus Wim. Een verbindend gesprek met twee lieve, gelovige mensen. We sloten samen af door samen Psalm 89 te lezen, te bidden en iets te zingen.