12 oktober 2019, Tekst: Rieke de Kool, foto’s: Christa Kraamer
In een mooie maar drassige tuin in de Krimpenerwaard, acht kilometer fietsen vanaf Gouda, tref ik hen aan. Ruim veertig vrouwen in regenjassen, met vochtige haren, geanimeerd in gesprek. Zittend onder een overkapping genieten ze van koffie of thee met iets lekkers erbij. Ze zijn hier lopend gekomen. Hun dag begon al voor zonsopgang. Tot het begin van de avond zullen ze in touw zijn. ‘MOVE’ heet het programma dat ze vandaag volgen.
Verlangen en vertrouwen
Wat motiveert deze dames om op een druilerige zaterdag in beweging te zijn? Christa Kraamer, een van de organisatoren, vertelt dat de vrouwen die deze dag de leiding hebben een jaar geleden tijdens een zogeheten ‘Ariseweekend’ ervaringen opdeden die ze anderen ook gunnen. ‘Dat weekend was zo ontzettend gaaf! Het waren dagen met zowel sportieve activiteiten als bezinning en reflectie. Deze verschillende onderdelen samen hielpen ons echt te groeien in onze relatie met God. Dit leek ons ook iets voor vrouwen in Gouda. We hebben hier voor een iets beknoptere vorm gekozen, zodat de drempel om deel te nemen zo laag mogelijk zou zijn. Omdat de Sint-Jansgemeente bezig is met het Focustraject, hebben we ons programma als Focusactiviteit aangeboden. Het is ons verlangen dat ook de vrouwen die hier vandaag bij elkaar zijn samen kunnen delen wat geloven en leven met God voor hen persoonlijk betekent. God is betrouwbaar. Maar wat houdt vertrouwen op Hem precies in? En hoe doe je dat als dingen anders lopen dan je had verwacht? Een hele dag buiten zijn en even alles loslaten kan een verfrissende uitwerking hebben. De combinatie van fysieke uitdagingen en samen Bijbellezen, bidden, zingen, luisteren en ervaringen uitwisselen biedt een goede basis om stil te staan bij een kleinere of grotere roeping in je eigen leven of deze te (her)vinden. Mooi als we daarvoor vandaag in beweging kunnen komen en elkaar kunnen helpen bij het zetten van de eerste stappen op weg hiernaartoe.’
Wandelen met nieuwe kracht
Op het moment dat ik de groep ontmoet, is het ongeveer half 10. We bevinden ons in de Achterbroek te Berkenwoude, bij het huis van Bas en Joyce van den Berg. Herma Chmielewski en Lianne Walhout, ook lid van het organisatiecomité, schetsen hoe het programma tot nu toe is verlopen en hoe het straks verder gaat. ‘Van tevoren heeft iedereen een overdenkingsvraag toegestuurd gekregen om zich goed voor te bereiden op het evenement. Deze vraag luidde: op welk moment in je leven heb jij de kracht van God mogen ervaren? Vanmorgen voor het licht werd zijn we in Middelblok (Gouderak) gestart met een bootcamp om op te warmen en onze spieren goed en intensief te bewegen. De grote groep is toen opgedeeld in kleine groepjes van acht personen. De afwisseling van activiteiten in de grote groep en de subgroepen maakt dat er zowel ruimte is voor beleving met elkaar als voor persoonlijke gesprekken. Niemand heeft een horloge of mobiel op zak, zodat we ons echt kunnen concentreren op de programmaonderdelen en los zijn van wat ons dagelijks bezighoudt. Na de warming-up hebben we gezongen, gebeden en ontbeten en was er een korte studie over een gebeurtenis uit het leven van Elia, de Bijbelse persoon die vandaag centraal staat. Toen Elia moest vluchten voor Izebel, de vrouw van koning Achab, hield God hem in leven met het water uit de beek Krith. In deze spannende periode werd hij tevens door raven gevoed. God schakelde nota bene onreine dieren in om in een kritieke situatie Zijn profeet van voedsel te voorzien, en daarmee van nieuwe krachten. Iedere morgen en iedere avond kwamen ze aanvliegen. Ze brachten Elia brood en vlees. Elke dag opnieuw moest hij erop vertrouwen dat het zou gebeuren. God beschaamde hem niet. Als je bestudeert welke functie raven in de Bijbel hebben (bijvoorbeeld bij Noach, na de zondvloed, en in de Bergrede), kom je erachter dat ze een teken zijn van hoop, moed en vertrouwen. Daar sluit een prachtige tekst uit Jesaja 40 goed bij aan: “Wie de HEERE verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.” ’
Lianne vertelt verder: ‘Alle deelneemsters hebben een kaartje met deze tekst uitgereikt gekregen. Na de eerste Bijbelstudie zijn we naar Berkenwoude gelopen. Water, vogels, brood en vertrouwen zijn woorden die vandaag in allerlei vormen terug zullen komen. We zullen onder andere een Emmaüswandeling doen (hierbij luistert eerst één persoon uitgebreid naar het verhaal van de ander en vervolgens gebeurt dit andersom) en een individuele stiltewandeling maken (lopend over een smal pad, met ter inspiratie een Bijbeltekst). Onze route voert onder meer langs de Elsenkade, de Ronde Plas, de Vogelplas en Schaapjeszijde. Vervolgens keren we via de Gouderakse Tiendweg terug naar het startpunt. Aan het eind van de dag zullen we met elkaar een maaltijd gebruiken. Zondagochtend vroeg sluiten we af in de Sint-Janskerk, onder het Goudse Glas waarop het offer van Elia in beeld is gebracht.’
Karmelmomenten
Als de koffiebekers leeg zijn, klinkt er gitaarmuziek. Heldere vrouwenstemmen zingen liederen van aanbidding en verlangen: ‘Vul dit huis met Uw glorie’ en ‘Hier is mijn leven, spreek Uw waarheid binnenin mij’. Dan krijgt Francina de Pater het woord. In het dagelijks leven is zij werkzaam bij IFES-Nederland en IFES-Europa als senior studentenwerker onder internationale studenten. Daarnaast heeft ze een eigen coachingspraktijk. Met de groep leest zij 1 Koningen 18 en 19, waar enkele gebeurtenissen uit het leven van de profeet Elia zijn beschreven. Deze hoofdstukken gaan over Elia en de profeten van Baäl op de berg Karmel en Elia bij de Horeb. Ook het bijzondere optreden van Achabs hofmeester Obadja komt hierin aan de orde. Obadja had honderd profeten in twee grotten verborgen en hen daar van voedsel en drinkwater voorzien. Een daad van vertrouwen, maar niet ongevaarlijk. ‘Als het God is die je roept, zal het goed zijn, wat er ook gebeurt’, zegt Francina hierover.
Elia en koning Achab testten op de berg Karmel uit wie de ware God is. Namens koning Achab bouwden 450 profeten van Baäl een altaar om hun god te offeren. Elia deed dat namens de God van Israël. De echte God zou het offer met vuur verbranden. Over de manier waarop Elia te werk gaat, merkt Francina op: ‘Hij laat zien dat hij goed luistert en voert een totaal ongedachte opdracht uit, die echt van God moet zijn. Want wie verzint er nu een wedstrijd tussen goden? Elia wist precies wat God van hem vroeg. Hij voerde Gods opdracht uit om stenen bij elkaar te zoeken en een altaar te bouwen. Daar hield zijn verantwoordelijkheid op. Het vuur kwam van God. Zo mogen ook wij op zoek gaan wat onze opdracht is. Bij ons zal dat op een andere manier gaan dan bij Elia. Maar net als Elia op de Karmel zullen wij in Zijn kracht bijzondere dingen kunnen doen. Dat kunnen heel bescheiden dingen zijn, die voor God groot zijn.’
Door haar werk onder buitenlandse studenten hoort Francina van dichtbij verhalen over de enorme groei van het christelijk geloof in landen in het Midden-Oosten. Ze beschrijft het verhaal van leiders van kerken die bijna een halfjaar gevangen zaten. God gaf hun de kracht om ook onder die omstandigheden het evangelie te delen met andere gevangenen. Velen kwamen tot geloof. Een ander inspirerend voorbeeld uit die omgeving betreft een vrouw die het als haar roeping was gaan zien om elke dag iemand bij Jezus te brengen. Op een dag had ze niemand over Hem verteld. ’s Avonds in bed was ze daar erg onrustig over. Uiteindelijk ging ze samen met haar man nog maar de stad in. Daar ontmoetten ze iemand die zo open stond voor het geloof dat hij na korte tijd zijn hart al aan Jezus gaf. Wat een bijzondere en bemoedigende ervaring! En wat een gedreven vrouw, vol vuur voor God! ‘We zijn allemaal geroepen om, zodra we christen zijn geworden, het evangelie te delen’, aldus Francina. ‘Waar verlang jij naar? Zijn er in jouw leven ‘Karmelmomenten’, momenten waarop je het gevoel had dat je in een flow zat die echt van God kwam? Wat is jouw missie in het leven? En bid je God weleens om vuur?’
Eerst gevuld raken, dan uitdelen
Na het hoogtepunt op de Karmel komt Elia in de woestijn terecht, opnieuw op de vlucht voor Achab. Hij is erg down en ziet het niet meer zitten. God voedt hem op dat moment, via een engel, met een in gloeiende kooltjes gebakken brood en een kruik water. ‘Sta op en eet, want anders is de reis te zwaar voor u’, zegt God. Als Elia het vocht en het voedsel tot zich genomen heeft, kan hij er weer veertig dagen en nachten tegen. Dan komt hij bij de Horeb, de berg van God. Moe van zijn lange reis, erg terneergeslagen en bang voor zijn tegenstander beklaagt hij zich: ‘Ze hebben het op mijn leven voorzien.’ Francina wijst erop dat er hier sprake is van geestelijke strijd, juist vlak na een bijzondere ervaring. Gelukkig gaat Elia hiermee niet stil in een hoekje zitten. Francina: ‘Het mooie is hier dat Elia zich niet afsluit, maar dit uitspreekt voor God. God gaat dan fysiek voor hem zorgen. ‘Sta op en eet’, zegt Hij. Voor ons is het een opdracht om goed voor ons lichaam te zorgen: genoeg te eten en te drinken. Als wij down zijn, moeten we net als Elia opstaan, bijvoorbeeld door: 1.Onszelf toe te spreken en op te noemen waar we dankbaar voor zijn, 2. Terug te halen waar we eerder de kracht van God hebben ervaren en 3. Tijd te nemen voor bidden, Bijbellezen en zingen. Momenten om tot rust te komen kunnen voorkomen dat we te gestrest raken. Door goed te slapen, te eten en tijd voor onszelf te nemen laden we weer op. Veel vrouwen hebben de neiging om aan anderen of aan verplichtingen steeds maar tijd en energie te blijven geven, terwijl ze die eigenlijk niet hebben. Zo branden ze op. Soms zien ze dat ook nog als een vorm van Bijbels ‘kruisdragen’. Dit is echter een zichzelf opgelegd kruis. Om te kunnen geven, moet je beker eerst ‘vol’ zijn. In Psalm 23 staat wat God ons wil geven: “U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over, ja heil en goedertierenheid zullen mij volgen.” Een vraag die je jezelf zou moeten stellen, is: vanuit welke motivatie zeg ik “ja” tegen dingen die op mijn weg komen?’
Genoeg stof om over na te denken. De dames gaan dat doen terwijl ze wandelen of op een andere manier sportief zijn. Een heel programma waarin ze zich alleen of samen bezinnen ligt klaar. Ik fiets weer terug naar Gouda. We spreken af dat we elkaar morgenochtend voor de kerkdienst treffen onder glas 23 in de Sint-Janskerk.
God antwoordt met vuur
Op zondagmorgen verzamelt zich een kleine groep vrouwen bij het glas over het offer van Elia. Terwijl Francina de Pater een toelichting geeft, richten alle blikken zich omhoog. Opnieuw komt het ‘Karmelmoment’ van Elia ter sprake, het moment dat hij om vuur van God bad en dit ontving. Francina: ‘In de top van het glas is God afgebeeld. Hij wordt door wolken gedragen. In het bovengedeelte zijn twee altaren te zien. Op het altaar van Elia ligt het offerdier, een koe. Eromheen staan een verbaasde menigte, de Baälpriesters en de mannen die de waterkruiken aandragen die Elia heeft besteld. Om het altaar heen zie je een enorme geul met water. Het moment dat Elia (de blauwe figuur rechts) tot God bidt is in beeld gebracht: ‘Geef mij antwoord, Heere, geef mij antwoord. Dan zal dit volk beseffen dat U, Heere, God bent en dat U het bent die hen tot inkeer brengt.’ God antwoordt met een enorm vuur. Dit verteert het brandoffer. In de rookwolken zie je engelen met trompetten. Ook zijn er duivelskoppen afgebeeld. Eigenlijk is dit een heel mooi beeld: de duivel wordt hier verslagen en bij het altaar van Baäl gebeurt helemaal niets.’ Als we iets verder de kerk inlopen, ontdekken we dat glas 23 zich bevindt in het gedeelte van de kerk dat in een kruisvorm is gebouwd. In het verhaal van Elia richtte Gods toorn zich op een stier. Aan het kruis kwam deze bij Jezus terecht. Allerlei aspecten uit het verhaal van Elia en de Baälpriesters verwijzen al naar het ultieme offer dat op Golgotha gebracht zal worden.
Francina legt eveneens uit wat er in het middengedeelte van het glas te zien is (hierboven niet in beeld): ‘Daar zie je Jezus, die op de avond voor Zijn lijden en sterven de voeten van Petrus wil wassen. “Als Ik je niet was, als je Mijn vergeving niet aanvaardt, heb je ook geen deel aan Mij”, wil Jezus zeggen. De andere discipelen staan links, rondom een gedekte tafel. Op de achtergrond van de zaal zijn in de reliëfs voorstellingen uit het Oude Testament zichtbaar, zoals de Uittocht uit Egypte en Mozes en Aäron die naar de farao gaan.’ Tot slot wijst Francina erop dat in de schenkerszone van dit glas, dat de stad Gouda in 1562 ontving, Margaretha van Parma knielt. Zij was op dat moment landvoogdes der Nederlanden en heeft zich op een vrome manier op het glas laten zetten.
Zegen
Harriët Walhout en Margreet Visser, die samen met de eerder genoemde dames de dag van gisteren organiseerden, zijn ook aanwezig bij de korte bijeenkomst onder glas 23. Enthousiast vertellen ze hoe zij en de anderen genoten hebben: ‘Het was een heel gevarieerde dag, waarop sport, spel en allerlei momenten van reflectie samen opgingen. In de buitenlucht, te midden van uitgestrekte polders met sloten, plassen en prachtige vogels, deden we nieuwe inspiratie op. In de kleine groepen is heel wat gedeeld. Dat was een goede vorm om elkaar beter te leren kennen, naar elkaar te luisteren, elkaar te bemoedigen en met elkaar mee te denken over kleine stappen die we zouden kunnen zetten om verder te groeien in het als christen staan op de plaats waar God ons gesteld heeft. Wat ook bijzonder was: het regende bijna de hele dag. Hoewel niet alle vrouwen hier even goed op voorbereid waren, en sommigen van hen de hele dag met natte voeten hebben moeten lopen, hebben we niemand horen klagen. Iedereen zette door. Velen gaven aan hoe bijzonder de dag voor hen geweest is. Prachtig om te horen. Hierin hebben we echt Gods zegen mogen ervaren.’