Preek ds. G.C. Vreugdenhil over thema ‘Verbonden aan Christus’

wijnrank

Preek zondag 15 november 2020 over Johannes 15: 1-17, gehouden door ds. G.C. Vreugdenhil, in het kader van Focus blok 6 thema 1: ‘Verbonden aan Christus’

1. De wijnstok, druiven en snoeien
Vorig jaar zomer bezochten we met een deel van ons gezin in Italië een wijnboer. We hadden ingetekend voor een wijnproeverij, en kregen ook uitleg over het verbouwen van druiven, het oogsten en hoe ze wijn maakten. Het was bijzonder leerzaam. Zeker wat ze vertelden over de wijnstokken. Hoe belangrijk het klimaat is, de grond waar de wijnstok staat, de invloed van het weer, en ook hoe belangrijk snoeien is.
We leerden dat er twee snoeiperioden zijn: de wintersnoei en de zomersnoei. Na de oogst van de druiven in de maand oktober volgt de wintersnoei. De slappe uitlopers, de twijgen, worden weggehaald en de takken afgeknipt tot ze 5-7 cm zijn. De knoppen (verdikking in de tak) die er nog zitten, lopen dan ergens in mei weer uit. De zomersnoei is ergens in augustus. De trossen moeten licht hebben. Een druif kan alleen rijpen als hij zon krijgt, daarom knippen ze de bladeren weg. Want het gaat om de vrucht. Soms zijn er trossen met lelijke druiven, krenten, die worden dan weggehaald. Dat is het krenten van de druiven. Zodat de andere druiven beter kunnen groeien. Ook worden de toppen afgeknipt, zodat de groei in de vrucht gaat zitten. Dat snoeien is dus heel belangrijk om vrucht te dragen. Want daar gaat het om. Een wijnstok doet het goed als hij prachtige druiven heeft.

2. De ware wijnstok
Dat is het beeld dat Jezus gebruikt. Uit het leven gegrepen. Jezus is met Zijn discipelen onderweg naar de olijfberg. En op weg daarheen komt Hij door de tempelpoort. Op die poort staan afbeeldingen van druiventrossen. Helemaal in goud. Dan daalt Hij af naar het Kidrondal en op weg omhoog, glooiend tegen de helling, zijn wijnstokken te zien met druiventrossen. Jezus kijkt Zijn discipelen aan, en zegt tegen hen: ‘Zien jullie die wijnstokken?’ Ja, die zagen ze wel. ‘Ik ben de ware wijnstok’, zegt Hij opeens tegen hen. Ik denk dat ze elkaar even hebben aangekeken. Wat bedoelt Hij? De ware wijnstok. Wat wil Hij daarmee nou zeggen? Kijk, het beeld van de wijnstok kenden de discipelen wel. In het Oude Testament wordt het volk Israël vaker vergeleken met een wijnstok. In Psalm 80 bijvoorbeeld. God had Zijn volk in het beloofde land geplant om vrucht te dragen. Vrucht te dragen voor Hem! Maar wat vertelt Jesaja 5? Dat de wijnstok van Israël slechte druiven voortbracht. Druiven die zuur waren en bitter van smaak. Hun leven was niet zoals God het had bedoeld. De liefde tot God was vaak niet oprecht. De liefde tot de naaste soms ver te zoeken.

Nu staat Jezus daar en zegt Hij tegen Zijn leerlingen dat Hij de ware wijnstok is. Dat kan niet anders betekenen dan dat Jezus zegt: ‘Ik ben degene wiens leven wel vrucht draagt. Goede vruchten, zoals God het heeft bedoeld.’ Dat betekent ook dat er met de Heere Jezus iets nieuws gaat beginnen. Hij is gekomen om God te geven wat Israël uit zichzelf niet kon. Jezus is de ware wijnstok. De Man naar Gods hart. Zonder tekortkomingen. Helemaal perfect, zoals de Vader het had bedoeld. De wijnstok die 100% goede vruchten draagt.

3. Jezus maakt ons tot vruchtdragers
Wat dit onderwijs van Jezus nu zo bijzonder maakt, is dat Hij aan Zijn leerlingen duidelijk maakt dat Hij gekomen is om hen ook vrucht te laten dragen. Blijvende vrucht. Dat lezen we namelijk in vers 16. Jezus zegt daar: ‘Niet jullie hebben Mij uitverkoren, maar Ik heb jullie uitverkoren, en Ik heb jullie ertoe bestemd dat je zou heengaan en vrucht dragen, en dat jullie vrucht zou blijven.’ Jezus laat er geen misverstand over bestaan. Hij heeft het initiatief genomen om Zijn discipelen te roepen. Hij had hen uitgekozen. Dat zij Zijn discipelen en zo Zijn vrienden waren geworden, dat berustte op Zijn keuze. Dat geldt voor iedere gelovige trouwens. Als je tot geloof in Jezus komt, is dat omdat Hij de eerste was, omdat Hij je riep, omdat je door Hem zelf bent getrokken, uitgekozen. Zoals Petrus zegt tegen de gemeente, in 1 Petrus 2:9-10: ‘Jullie zijn een uitverkoren geslacht … om de grote daden van God te verkondigen.’

Uitgekozen! En ook bestemd! Bestemd om heen te gaan en vrucht te dragen. In de verzen 1-8 spreekt Jezus veel over vrucht. Daar gaat het over vernieuwing van ons leven, verandering van ons karakter. God ziet graag dat wij meer op de Heere Jezus lijken. Maar in vers 16 in combinatie met ‘heengaan’ betekent het: vrucht dragen in het leven van anderen. Dat gaat over zending. En over evangelisatie. Mensen in aanraking brengen met de liefde van Jezus. Vrucht dragen is dus persoonlijk (verandering van je karakter) en missionair (anderen bereiken met het goede nieuws van het evangelie).

Samenvattend: Jezus zegt dus: ‘Ik ben de ware wijnstok, die 100% vrucht draagt. Maar ik ben gekomen om jullie ook vrucht te laten dragen. Blijvende vrucht. Levens die vernieuwd zijn. En: mensen die Mij leren kennen.’ Dat is de missie die Jezus Zijn leerlingen en ook ons voorhoudt.

4. Missie als vrucht
Maar … let op. Jezus zegt over die missie iets heel belangrijks. Hij zegt: het is een vrucht. Niet een activiteit in de eerste plaats, niet iets wat wij moeten doen, maar het is een vrucht. En van vruchten weten we: die groeien door verbonden te zijn aan een boom. Via een natuurlijk proces. Wat is dat belangrijk!

Dit is de laatste preek van Focus. Twee jaar zijn we bezig geweest. Om vanuit het Woord ons te bezinnen op onze roeping. Het ging om een drievoudige roeping: Focus op de Heere Jezus. Focus op ons dagelijks leven. En focus op mensen die Christus nog niet kennen. We hebben veel mooie dingen ontdekt vanuit het Woord. Samen veel geleerd. En er valt nog veel meer te ontdekken en te leren. Vanmorgen zegt Jezus tegen ons: ‘Vergeet één ding niet: de roeping die Ik jullie geef – misschien kan ik wel zeggen: heel dat Focustraject – dat moet je zien als een vrucht. Het woord ‘vrucht’ komt maar liefst 8 keer voor in dit gedeelte. De persoonlijke toewijding aan de Heere en het bereiken van anderen moeten we zien als een vrucht. Een vrucht is geen prestatie van ons, maar een geschenk van God. Werk van Gods Geest.

Dat is wel belangrijk om te beseffen. Veel van wie we zijn hangt af van wat we doen. Onze identiteit wordt gevormd door wat we hebben bereikt, door wat we hebben, door wat mensen van ons vinden, de likes die je krijgt als je iets post. En als je niet opgemerkt wordt, heb je een slechte dag. De samenleving is zo ingericht dat je moet presteren en jezelf zo goed mogelijk verkopen, of in de mark zetten. Etaleren wat je hebt. We leven in een prestatiemaatschappij. Door dingen te doen bereiken we wat. Stilstand is achteruitgang. Maar … in de kerk en in het geloof draait het niet in de eerste plaats om doen, activisme, maar om zijn. In Jezus zijn. De rank van ons leven kan alleen vrucht dragen als hij verbonden is met Jezus.

[Kids deel 2: dorre takje is dood, vruchten droog. Er zit geen leven in. Het is los van de stam. Als wij niet met Jezus verboden zijn, dragen we geen vrucht en gaan we dood]

5. Wat is nodig?
Wat is dus nodig om vrucht te kunnen dragen? Ik noem drie dingen. De eerste twee komen uit de verzen 1-8, de derde uit de verzen 9-17.

a. Verbonden met Jezus
Het eerste is dus: verbonden zijn met Jezus. Steeds weer is dat het refrein in de eerste verzen. De rank kan alleen vrucht dragen als deze in de wijnstok is. Daarom de uitnodiging en de aansporing: blijf in Mij. Wie in Mij blijft, draagt veel vrucht. Hoe kom je in Jezus? Heel eenvoudig: door in Hem te geloven. Door je aan Hem gewonnen te geven. Neem mijn leven laat het Heer, toegewijd zijn tot Uw eer. Wie zich aan Hem gewonnen geeft – in de weg van geloof, overgave, van je zonden belijden en tot Hem je toevlucht te nemen – wordt in Hem geplant. Heb jij dat al gedaan? Heb je de Heere Jezus lief? Wie liefheeft, is door de Geest met Jezus verbonden geraakt. Wie gelooft, is ingeplant in de wijnstok. Verbonden met Jezus stroomt Zijn liefde door je leven. Verbonden met Jezus ontvang je vergeving van je zonden. Verbonden met Jezus is er Zijn kracht. In Hem ben je door het geloof.

Hoe blijf je in Jezus? Jezus noemt hier een paar dingen. Hij noemt het gebed. Door het gebed kun je de omgang met Jezus oefenen en in stand houden. Door de woorden van Jezus en van God dagelijks te lezen en ermee bezig te zijn. Jezus noemt dat in vers 7: dat Mijn woorden in u blijven. En ook door de Heere Jezus te betrekken bij je leven, als je dag begint, als je keuzes maakt, voor je werk, of bij een vriendschap: is hij of zij degene met wie ik verder moet? Heel concreet: door Hem om raad te vragen, door Hem om vergeving te vragen als je gezondigd hebt. En ook: door in contact te blijven met je broeders en zusters. Met de gemeente die van Jezus houdt en Hem als haar Heer erkent. Om in het geloof vol te houden heb je medebroeders en medezusters nodig. Mensen die je bemoedigen, corrigeren en stimuleren, die met je meeleven en voor je bidden. Ook dat hoort erbij. Jezus spreekt in de verzen 1-8 niet de individuele gelovige aan, maar de gemeenschap. De hele kring van discipelen. De werkwoorden staan allemaal in het meervoud. Dat is dus het geheim: wees verbonden met Jezus. Dan zorgt Hij voor de vrucht. Dat je karakter wordt vernieuwd. Dat je milder en begripvoller wordt naar mensen om je heen. Dat je steeds meer als Maria leert zijn: zitten aan de voeten van Jezus. Dat Zijn liefde en geduld meer zichtbaar in je worden. Dat je gebeden intenser worden. En zo verder. Als vrucht van het verbonden zijn met Jezus.

b. Laat je door Hem snoeien
Jezus zegt: ‘Elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.’ Reinigen betekent hier: snoeien of krenten. Snoeien van bladeren die het zicht op de vrucht ontnemen. Jezus gebruikt hier de omstandigheden voor. Soms neemt Jezus dingen van je af, die Zijn plan met je in de weg staan. Een pijnlijk proces. Als je dingen moet laten, omdat het niet meer kan of mag. Om welke reden dan ook. Soms zijn we te druk om naar Hem te kunnen luisteren en zet Hij ons stil. Dat is niet leuk, maar soms wel nodig.

Een vraag: Welke dingen staan ons als gemeente in de weg om meer met Jezus verbonden te kunnen zijn? Waarin zou de Heere Jezus ons moeten snoeien als gemeente?

Hij kan ons ook krenten. Dan neemt hij de zure en bittere druiven weg. Druiven van trots en hoogmoed. Van egoïsme misschien. Hoe doet Hij dat? Vers 3: door het Woord. Via de Bijbel en het onderwijs daaruit. Het woord is een tweesnijdend zwaard en ontleedt onze motieven. Het laat ons in de spiegel kijken. Opdat we ons afwenden van wat niet goed en vruchtbaar is: de dingen die we lezen of zien, de tijd die we aan iets besteden, enzovoort. Hij snoeit ons met maar één doel: dat we meer en betere vrucht dragen.

Nog een vraag: welke dingen moet Jezus uit ons leven krenten, zodat we meer worden zoals Hij ons heeft bedoeld?

c. In Zijn liefde blijven
Als derde spoort Jezus Zijn leerlingen om in Zijn liefde te blijven. Al deze verzen gaan over dat ene gebod: heb elkaar lief, zoals Ik u ook heb liefgehad. Dit gebied ik: dat u elkaar liefhebt. Waarom deze aansporing? Ik denk hierom. De liefde van Jezus is – vers 13 – dat Hij Zijn leven voor ons gaf. Hij is voor ons aan het kruis gegaan. Om ons van vijanden tot kinderen te maken. Het is de liefde van Jezus die vergeeft, die geneest, die ons opricht als we zijn gevallen. Het is de liefde die ons omarmt, terwijl we dat niet verdienen. Het is de liefde die ons draagt. Jezus wil dat deze liefde, die vol genade is, in Zijn leerlingen is. Hieraan zijn discipelen te herkennen: dat ze Jezus liefhebben en dat Zijn liefde in hen is.

En dat is nu juist zo belangrijk. Als zijn leerlingen erop gezonden worden om vrucht te dragen, om anderen te bereiken met het evangelie, dan kunnen zij de missionaire opdracht alleen vervullen, als zij naar mensen kijken met de ogen van Jezus. Wie de liefde van Christus ervaren heeft, weet dat het allemaal genade is. Genade maakt mild en gunnend. Als het voor mij kan, dan zeker ook voor die ander. Die man. Die vrouw. Met dat verleden. Die jongen vol tatoeages. Die volwassene met al zijn vragen. Niemand uitgezonderd. Heel de wereld moet weten van de liefde van Christus.

6. Tot slot
Vandaag ronden we Focus af, maar de missie die God ons heeft gegeven gaat door. Heengaan en vrucht dragen. Maar de vrucht komt alleen als we met Jezus verbonden zijn en blijven. Dat is de aansporing en het appel. Hij is de ware wijnstok. En elke rank die in Hem blijft draagt vrucht. Veel vrucht en daarin wordt de Vader verheerlijkt.

Ik eindig met een gebed:
Heere Jezus, laat mij verder groeien, laat vruchten opbloeien van Uw Heilige Geest.
Maak mij overvloedig, standvastig en moedig, geef mij wat nog ontbreekt.
Heer, werk met genade in mij, dat mijn hart U niet bedroeft. Heer, maak mij gehoorzaam en vrij: Uw genade is mij genoeg.

Amen.