‘Dit is het belangrijkste moment uit je leven. Hier wordt je diepste verlangen werkelijkheid. Hier, in deze ruimte, krijg je wat je werkelijk wilt. Dat ene, dat waar het in jouw leven om draait.’
De zinnen hierboven komen uit ‘Stalker’ (1979), een van de meest complexe, gelaagde en ongrijpbare sciencefictionfilms aller tijden. Een wetenschapper en een schrijver zijn begonnen aan een ontdekkingstocht dwars door een mysterieus en verlaten landschap. Het reizen daar is een beproeving, maar de belofte van gids Stalker dat ze zullen belanden in ‘de kamer waar hun diepste innerlijke wens wordt vervuld’ houdt hen op de been.
Als ze dan eindelijk voor de deur van deze kamer staan, durven ze niet naar binnen. Want wat zouden de gevolgen van hun onbewuste innerlijke wens kunnen zijn? Wat als ze eigenlijk niet precies weten wat ze willen? Stalker zegt dat ze in de kamer niet krijgen wat ze dénken te willen, maar wat écht hun diepste verlangen is. Dat drijft de spanning op: je kunt met je hoofd wel denken dat je verlangt naar het één, maar ben je je er wel van bewust wat er leeft op de bodem van je hart?
De christelijke filosoof James Smith beschrijft dit fragment in zijn boek ‘You are what you love’: je bent wat je lief is. Hij stelt dat bij toerusting in de christelijke gemeente en het christelijk onderwijs het accent veel meer moet komen te liggen op het vormen van onze hoop, passie en toewijding en onze visie op het goede leven en veel minder op kennisoverdracht. Mensen zijn gewoontedieren. Maar 5% van ons gedrag komt voort uit bewust nadenken en afwegingen maken. Bijna alles wat we doen, hebben we ooit als gewoonte aangeleerd. Gedrag is niet zozeer gebaseerd op je kennis, maar op je gewoontes. We worden daarin niet gevormd door informatie, maar door onze verlangens. Reclamemakers spelen daar handig op in.
Dat de wetenschapper en de schrijver in het fragment uit ‘Stalker’ aarzelen is terecht. Wat je denkt te verlangen, valt lang niet altijd samen met hoe je handelt in de praktijk. Je bent immers niet wat je denkt, maar wat je liefhebt. Voor ons is dat een spiegel. Augustinus zei overigens al dat mensen niet zozeer denkende, maar verlangende wezens zijn. Luther zei dat datgene waar je diep van binnen naar verlangt je God is.
Als christenen leven we in de spanning van de oproep om ‘in de wereld, maar niet van de wereld te zijn’. Herken je dat het daarbij meer gaat om verlangens dan om kennis? Als de gemeente een oefenplaats is voor het leven met Christus, hoe kunnen we elkaar dan helpen bij het omvormen van onze verlangens?
Herman Paul noemt in ‘De slag om het hart’ onder meer bidden, zingen, stiltemomenten in de liturgie en het bestuderen van voorbeelden van martelaren als manieren om te groeien in de juiste verlangens. Kan dat ook op de Bijbelkring of met een goede vriend(in)? En kun je elkaar dan ook op kleine dingen bevragen en stimuleren om dingen af te leren? Bijvoorbeeld door af te spreken op een bepaalde dag in de week heel bewust niets negatiefs over anderen te zeggen en daarop terug te komen?
Lees daarbij ook Mattheús 5: 8, Johannes 17:15 en Kolossenzen 3: 1-3. Een bijpassend lied: Opwekking 510 Dit is mijn verlangen Lyrics.
Zie verder:
Je bent wat je lief is – aanbidden is menselijk
Recensie ‘De slag om het hart‘
N.a.v. Filippenzen 3:17-21