Door: Johan van Wijk
De vrijdagmiddag is aangebroken en een tussenuur plus een les scheiden me nog van het weekend. Ik heb een gesprek met een van die oud-leerlingen aan wie je heel mooie herinneringen hebt: Femke Batenburg.
Ziekenhuis
Femke – nog altijd even goedlachs en vrolijk – is inmiddels alweer derdejaars student Pedagogische Wetenschappen in Leiden. Tot nu toe reisde ze steeds heen en weer, maar ze hoorde zojuist dat er een kamer vrijkomt bij een vriendin! Ik vraag haar naar haar motivatie voor juist deze studie en ze vertelt over haar interesse in kinderen en met name hoe stoornissen hun jonge levens kunnen beïnvloeden en hoe ze geholpen kunnen worden. ‘Ik denk momenteel dat mijn masterstudie orthopedagogiek gaat worden en ik zou graag in een ziekenhuis willen werken.’ Ze voegt er in één adem aan toe dat ze het leven binnen een ziekenhuis maar al te goed kent en dat dát haar juist prikkelt er te gaan werken.
Femke bracht zeker tien jaar lang regelmatig door in het Juliana Kinderziekenhuis vanwege haar chronische maag-darmziekte. ‘In het ziekenhuis liggen is nooit leuk, maar het was wel heel fijn dat iedereen mij daar kende. Ook kwam ik vaak dezelfde patiëntjes tegen. Met een aantal van hen heb ik nog altijd contact. Tussen de ziekenhuisperioden door was er natuurlijk wel gewoon school. Ik heb moeten leren zelfstandig te leren en ervoor te zorgen bij te blijven. Dat heeft op de uni nu ook z’n voordelen.’ Wat ik me als haar leraar zo goed herinner, is de enorme dapperheid die Femke toonde ondanks alle tegenslag. Femke daarover: ‘Tsja…’ En ze vervolgt: ‘Ik weet wel hoe fijn het is als je merkt dat mensen voor je bidden.’
Diversiteit
Met droge humor vertelt ze hoe mensen reageerden op de sondeslang in haar neus die ze lang heeft gedragen: ‘Heb je soms corona’? of ook ‘Krijg je soms te weinig lucht?’ Ze is blij van die slang af te zijn, nu de medicatie en sondevoeding rechtstreeks via een buiksonde worden toegediend. ‘Daar blijf ik helaas voorlopig wel afhankelijk van.’
Femke is lid van studentenvereniging Panoplia in Leiden. Ze vertelt dat de vereniging leden heeft van allerlei pluimage en dat meningen – ook over geloof – soms stevig verschillen. ‘Die diversiteit in opvattingen is tegelijkertijd vaak een mooie basis voor heel goede gesprekken’, is haar ervaring. ‘En het is gewoon erg leuk en verrijkend om lid te zijn van een goede studentenvereniging. Het studentenleven is sowieso erg leuk. Ik kom er steeds meer in, merk ik.’
Dochter van
Natuurlijk stel ik haar de vraag hoe het is een domineesdochter te zijn. ’Oh, heel leuk hoor! Ik ben wel gewend m’n vader op de preekstoel te zien. En ik praat vaak genoeg met hem over de preek en zo.’ Ik twijfel ik er niet aan of de vader luistert vast goed naar z’n dochter…