Geloof in levenskeuzes

Bas

Door: Marja Verhoeve

Alle wegen leiden naar Gouda. Zo lijkt het soms wel, als je bewoners ontmoet uit de jongste wijk van deze bijna 750-jarige stad. Zo ook Bas de Ruijter (39). Afkomstig uit Assen streek hij via Enschede en Rijswijk uiteindelijk in Westergouwe neer. Samen met zijn vrouw Gerieke. ‘We spraken in onze verkeringstijd al vaak in deze omgeving af. Toen we trouwden, zijn we eerst in Rijswijk gestart, maar dat was in mijn huis, mijn kerk, mijn leven. We zochten een plek van ‘ons’. In het voorjaar van 2020 hebben we een rondje Gouda gedaan en dat bracht ons bij het huis waar we nu wonen.’

Een nieuwe gemeente
Een kerk om zich bij aan te sluiten was ook zoeken. Gerieke is opgegroeid in de Gereformeerde Gemeenten, Bas in de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt. Hoe vind je dan in de zestig Goudse geloofsgemeenschappen de beste match voor samen? Bas: ‘Ik ben mijn leven lang lid geweest van de GKV en ik dacht altijd dat ik best wel goed over kerkmuren heen kon kijken, maar als het op een keuze aankomt voel je ineens sterk de loyaliteit aan je eigen kerk. We zijn hier zowel bij de GKV als de Sint-Jansgemeente gaan luisteren. We vonden het heel belangrijk dat onze dochter Lucy zou opgroeien in een opbouwende gemeente met leeftijdsgenootjes, dat ze ook daarin zou kunnen meegroeien in een geloofscultuur. Dat was in beide gemeenten wel het geval, al heeft de Sint Jan wel veel meer kinderen en jongeren. Door gebruik van een nieuwere berijming en regelmatige begeleiding door een band voelen de diensten bij de GKV wat moderner. Onder die buitenkantlaag is de verkondiging waarbij Christus centraal staat vergelijkbaar.’

Wat gaf dan de doorslag? ‘Een veilige plek waar Lucy God kan leren kennen was voor ons het belangrijkste. Gerieke had een voorkeur voor de Sint Jan. Ik vond het vooral gevoelsmatig moeilijk de GKV los te laten. Uiteindelijk komt het dan aan op de vraag of je bereid bent je eigen gevoel los te laten. Dat vond ik lastig. In Rijswijk was ik ouderling en voorzitter van de kerkenraad; dan kom je regelmatig voor dilemma’s te staan waarbij de vraag is of je de kerkcultuur dient, of God. Dit was het moment dat ik die vraag aan mezelf moest stellen. Een stukje van mij wilde heel graag lid blijven van de GKV; dat was een afgod van mij en het was een lastige les om daardoorheen te komen.’

Inmiddels voelt hij zich thuis in de gemeente. ‘Het is fijn om in de kerk te zijn, om God en Zijn gemeente te ontmoeten. Ook zijn we in Westergouwe pas met een nieuwe Bijbelkring gestart en daar ben ik heel blij mee. Ik heb het verlangen om hier in de wijk meer te betekenen.’

Geloof in praktijk
In het dagelijks leven is Bas werkzaam als beleidscoördinator bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hoe geeft hij daar zijn christen-zijn vorm? ‘Vooral door hoe ik mijn werk doe. Het is natuurlijk een politieke organisatie gevuld met tegenstrijdige belangen. Ik probeer altijd een eerlijke afweging te maken om ook eerlijk te adviseren. Toch vind ik het lastig om dit één-op-één aan het christen-zijn te koppelen, want er zijn ook niet-christenen die dat doen.

In zijn gezin merkt Bas dat de ‘liturgie’ anders is, sinds er een dochtertje is. Vaste momenten voor stille tijd zijn minder vanzelfsprekend. Maar er is iets anders voor in de plaats gekomen. ‘In Rijswijk heb ik een preek gehoord over ‘Eer uw vader en uw moeder’. Het begint ermee dat je als ouders aan je kinderen laat zien wie God is. Vertel ze dat je trots op ze bent, dat je van ze houdt. Hij zei: kies één vast moment in de week waarop je je kind zegent. Dat heb ik altijd meegenomen. Op zondagavond krijgt Lucy van ons een zegen. We gebruiken geen specifieke tekst, maar we vertellen haar dat God van haar houdt en we bidden haar toe dat ze God mag leren kennen zoals hij is. Iedere avond als ze slaapt loop ik nog even haar kamer in en dan bid ik of God haar wil beschermen. Onze kinderen zijn kwetsbaar en ook ons leven is eindig, dat besef ik zeker in deze tijd. Alle gebeden overdag kan ik vergeten, maar dit gebed niet.’