Mogelijke redenen om geen persoonlijk gebed te vragen
-
Iedereen ziet me staan.
De huidige plekken hebben het voordeel dat het je niet kan ontgaan dat er een gebedsteam is.
De ervaring leert dat deze plekken het snelst uit de drukte van de vertrekkende kerkgangers is.
Sommige mensen lopen met de stroom mee en keren dan alsnog terug naar een gebedsteam.
Iedereen moet een stukje schaamte overwinnen, ongeacht waar het gebedsteam staat.
-
Ik ken die mensen niet.
Dat is ook niet nodig. Het is genoeg te weten dat ze zich dienend opstellen. Bovendien dragen ze een naamkaartje. Veel mensen vinden een stuk anonimiteit juist een voordeel.
-
Ze weten te veel van me.
In een grote gemeente is die kans niet zo groot. Ouderlingen en gebedsteamleden hebben de verantwoordelijkheid niet over anderen te praten. Bovendien zijn er teams naar keuze.
-
Dan moet ik zo huilen.
Bij God mag er gehuild worden en zo ook in de kerk. Daar schrikt het gebedsteam niet van; ze houden daar zelfs rekening mee. Sommige situaties geven er alle aanleiding toe om te huilen.
-
Dan moet ik heel mijn verhaal doen.
Dat is juist niet de bedoeling; daar is meestal ook geen tijd voor. Volstaan kan worden met kort het gebedspunt noemen. Pastoraat is er voor om je hele verhaal eens te kunnen doen.
-
Ik schaam me voor mijn probleem.
Iedereen kan in een beschamende situatie terechtkomen. Het is niet goed daarin te blijven. Mensen die al wat langer meedraaien in een gebedsteam ‘kijken nergens meer van op’.
-
Ik heb geen gebed van anderen nodig.
Toch heeft God sommige mensen een gebedsbediening gegeven om anderen te dienen. Te veel mensen blijven alleen worstelen. Als gemeente zijn we op elkaar aangewezen.
-
Mijn probleem stelt niet zo veel voor.
God is er niet alleen voor de grote problemen. Hij wil graag in alles gekend worden. Veel grote problemen beginnen klein en worden groot omdat er geen aandacht voor het kleine was.
-
Er is toch niets meer aan te doen.
Voor God is geen enkel probleem te groot of te ingewikkeld. Voor Hem bestaan er geen hopeloze gevallen. Op zijn minst wil Hij bemoedigen en nog steeds gebeuren er wonderen.
-
Er is al zoveel voor gebeden.
De Bijbel spoort ons aan te volharden in gebed. Bij volhardend bidden kan er een doorbraak komen, nieuwe inzichten of bijzondere openbaring van God en nieuwe hoop.
-
Ik geloof niet dat bidden helpt.
De gedachte bestaat dat God soeverein is en doet wat Hij wil. Daar veranderen wij niets aan. De Bijbel roept echter op tot bidden; ook zijn er voorbeelden dat God zich laat “verbidden”.
-
Dan moet ik er woorden aan geven.
Het hardop uitspreken van je probleem kan heftig zijn; het probleem komt dichtbij. Door het probleem echter woorden te geven wordt het aan het Licht gebracht en kan de kracht ervan gebroken worden.
-
Ik ben bang voor teleurstelling.
Er mag met verwachting gebeden worden, maar onze gebeden worden niet altijd verhoord zoals wij hopen. God weet echter wel wat Hij doet. Dat mogen we met een gerust hart aan Hem overlaten.
Lees heel wat redenen om geen gebed te vragen door hier te swipen. Waarschuwing: er staan redenen bij waarom je het toch kunt overwegen.
swipe
Iedereen ziet me staan
De huidige plekken hebben het voordeel dat het je niet kan ontgaan dat er een gebedsteam is. De ervaring leert dat deze plekken het snelst uit de drukte van de vertrekkende kerkgangers is. Sommige mensen lopen met de stroom mee en keren dan alsnog terug naar een gebedsteam. Iedereen moet een stukje schaamte overwinnen, ongeacht waar het gebedsteam staat.
Iedereen ziet me staan
Ik ken die mensen niet.
Dat is ook niet nodig. Het is genoeg te weten dat ze zich dienend opstellen. Bovendien dragen ze een naamkaartje. Veel mensen vinden een stuk anonimiteit juist een voordeel.
Ik ken die mensen niet.
Ze weten te veel van me.
In een grote gemeente is die kans niet zo groot. Ouderlingen en gebedsteamleden hebben de verantwoordelijkheid niet over anderen te praten. Bovendien zijn er teams naar keuze.
Ze weten te veel van me
Dan moet ik zo huilen. Bij God mag er gehuild worden en zo ook in de kerk. Daar schrikt het gebedsteam niet van; ze houden daar zelfs rekening mee. Sommige situaties geven er alle aanleiding toe om te huilen.
Dan moet ik zo huilen.
Dan moet ik heel mijn verhaal doen. Dat is juist niet de bedoeling; daar is meestal ook geen tijd voor. Volstaan kan worden met kort het gebedspunt noemen. Pastoraat is er voor om je hele verhaal eens te kunnen doen.
Dan moet ik heel mijn verhaal doen.
Ik schaam me voor mijn probleem. Iedereen kan in een beschamende situatie terechtkomen. Het is niet goed daarin te blijven. Mensen die al wat langer meedraaien in een gebedsteam ‘kijken nergens meer van op’.
Ik schaam me voor mijn probleem.
Ik heb geen gebed van anderen nodig.
Toch heeft God sommige mensen een gebedsbediening gegeven om anderen te dienen. Te veel mensen blijven alleen worstelen. Als gemeente zijn we op elkaar aangewezen.
Ik heb geen gebed van anderen nodig.
Mijn probleem stelt niet zo veel voor. God is er niet alleen voor de grote problemen. Hij wil graag in alles gekend worden. Veel grote problemen beginnen klein en worden groot omdat er geen aandacht voor het kleine was.
Mijn probleem stelt niet zo veel voor.
Er is toch niets meer aan te doen.
Voor God is geen enkel probleem te groot of te ingewikkeld. Voor Hem bestaan er geen hopeloze gevallen. Op zijn minst wil Hij bemoedigen en nog steeds gebeuren er wonderen.
Er is toch niets meer aan te doen.
Er is al zoveel voor gebeden.
De Bijbel spoort ons aan te volharden in gebed. Bij volhardend bidden kan er een doorbraak komen, nieuwe inzichten of bijzondere openbaring van God en nieuwe hoop.
Er is al zoveel voor gebeden.
Ik geloof niet dat bidden helpt.
De gedachte bestaat dat God soeverein is en doet wat Hij wil. Daar veranderen wij niets aan. De Bijbel roept echter op tot bidden; ook zijn er voorbeelden dat God zich laat “verbidden”.
Ik geloof niet dat bidden helpt.
Dan moet ik er woorden aan geven.
Het hardop uitspreken van je probleem kan heftig zijn; het probleem komt dichtbij. Door het probleem echter woorden te geven wordt het aan het Licht gebracht en kan de kracht ervan gebroken worden.
Dan moet ik er woorden aan geven.
Ik ben bang voor teleurstelling.
Er mag met verwachting gebeden worden, maar onze gebeden worden niet altijd verhoord zoals wij hopen. God weet echter wel wat Hij doet. Dat mogen we met een gerust hart aan Hem overlaten.