‘Er zijn voor een ander lukt mij alleen als ik zelf ook gevoed word door die Ander’

werk TIny (1)

Door: Bert Wiltink

Tiny de Gier werkt al haar hele arbeidsleven in de zorg. Ze begon 39 jaar geleden in het ziekenhuis als A-verpleegkundige. Later werd het de kinderverpleging – ‘Prachtig als je die puurheid van kinderen mag meemaken’ – en nog weer later de kinderthuiszorg voor chronisch zieke kinderen. Na de opleiding tot senior-verpleegkundige ging ze uiteindelijk werken als diabetesverpleegkundige. Dat doet ze nu al zo’n drie jaar.

Diabetes gaat niet over een ziekte maar over de hele mens
‘Diabetes is een ziekte die van invloed is op het hele mens-zijn. Het gaat niet alleen maar om bloedsuikers. Als dingen in je leven in verwarring zijn, gaat het ook niet goed met je bloedsuikers. Wanneer ik mensen begeleid met ontregelde bloedsuikers, komen alle facetten van het leven aan de orde. Zijn er spanningen? Is er een depressie? Wat is de culturele achtergrond? Ik ga in gesprek over de invloed van diabetes op de hele mens. Kwaliteit van leven is meer dan bloeddruk en bloedsuikerwaarden.’ Tiny krijgt bij de begeleidingsgesprekken allerlei persoonlijke verhalen te horen. ‘Eigenlijk heb ik een heel pastoraal beroep. Mensen zijn meer dan hun ziekte. Ik sta dienend naast de hele mens, waar zowel het lichamelijke als het geestelijke aandacht krijgt. Zoals Jezus ook die beide aspecten bij elkaar hield.’

Levenservaring nodig
Tiny is blij met haar levenservaring. ‘Dit werk moet je niet doen als je net in de zorg begint. Ik heb nu geleerd om vanuit verschillende perspectieven naar mensen te kijken. Ook naar mensen uit andere culturen of met andere leefwijzen. Ik oordeel minder, kom niet met mijn eigen perspectief, maar probeer de méns te begrijpen. Toen ik net begon in de zorg zou ik dit werk minder goed hebben kunnen doen. Ik keek toen soms meer zwart-wit naar de mensen om me heen. Inmiddels weet ik dat ik niet de eerste steen hoef te werpen.’

Geloof en werk?
‘Ik stuur als zorgprofessional niet aan op een christelijk gesprek. Regelmatig komt het toch wel op zingeving terecht, die voor iedereen anders ingevuld wordt. Soms ontmoet ik mensen wel eens buiten mijn werk en dan heb je ineens een heel ander gesprek, omdat je elkaar goed kent. Met mijn collega’s heb ik ook vaak goede gesprekken. We starten de dag altijd samen op en nemen dan ons werk door. En met christelijke collega’s gaat het ook wel eens wat dieper. Hoe ik weet dat zij christen zijn? Nou, je ziet het gewoon als ze voor hun eten bidden. Mijn niet-christelijke collega’s zeggen wel eens: wil je nog bidden? Bij een beroep dat vraagt om veel te geven is het ook goed om jezelf op te laden. Ik adem op als ik in de kerk kom en me optrek aan een lied, de preek of soms alleen maar aan de zegen. Er zijn voor een ander kan allen maar als jezelf ook gevoed wordt door die Ander!’