Het gebeurde in 1992 in de grote kathedraal in Palermo op Sicilië. Er is een grote begrafenisdienst gaande en voorin staan maar liefst vijf kisten. Het zijn de slachtoffers van een van de grootste maffia-aanslagen uit de Italiaanse geschiedenis. Onderzoeksrechter Giovanni Falcone kwam om het leven. Om hem was het te doen. Maar ook zijn vrouw overleefde het niet. Plus drie agenten, die hem beschermden. Het was een machtsvertoning geweest van ongekende omvang. En een van die agenda was de Jonge Vito Schifani. Nota bene, hij was eigenlijk vrij, maar viel in voor een zieke collega. Een twintiger, die een vrouw en een zoontje van vier maanden achterlaat. En na de preek van de kardinaal krijgt de vrouw van Vito het woord. Ze zal een toespraak houden, die ze samen met de kardinaal heeft voorbereid, en met een neef, die priester is.
En tot ieders verrassing pakt een kleine 21-jarige vrouw de microfoon en neemt het woord. ‘Ik’, zegt ze, ‘ik, Rosaria Schifani-Costa, weduwe van agent Vito Schifani, ik richt mij vandaag tot de mensen van de maffia, hier in de kerk. En dat zijn zeker geen christenen. Weet dat ook voor jullie de mogelijkheid van vergeving bestaat. Ik vergeef jullie, maar dan moeten jullie op de knieën. Jullie moeten op de knieën als je de moed hebt om radicaal te veranderen.’
Je begrijpt, het wordt doodstil daar in de kathedraal. Iedereen houdt zijn adem in. Want je moet het maar durven, zo’n toespraak op zo’n moment! Maffiosi op Sicilië deinzen nergens voor terug. Ze kopen je om of ze leggen je om. En iedereen in Palermo weet dat achter de kist van zijn slachtoffer een moordenaar staat.
Wat daar gebeurde in die kathedraal is een heel indrukwekkend voorbeeld van wat de Bijbel parèsia noemt: vrijmoedigheid. Dat is een woord dat in het Nieuwe Testament heel regelmatig terugkeert, zoals in Handelingen 4. De leerlingen worden daar vervuld met de Heilige Geest en spreken het woord van God met vrijmoedigheid. En ook in 1 Thessalonicenzen kom je het woord tegen. Paulus schrijft aan de christenen daar dat hij vrijmoedigheid heeft gekregen om het Woord van God te spreken.
Het Griekse woord parèsia verwees oorspronkelijk naar het recht om in een gemeenteraad alles te zeggen wat je maar wilde. Later duidde het ook op een houding. Je moet immers maar durven wat Rosaria deed. Je moet de moed, het lef en de innerlijke vrijheid hebben om in zo’n broeiierige sfeer naar de microfoon te grijpen en dan te zeggen wat er gezegd moet worden. Wat we op grond van de Bijbel over vrijmoedigheid kunnen zeggen:
- het wordt altijd geboren in een situatie die iets complex en ingewikkelds heeft;
- het dient een hoger doel;
- we beschikken er zelf nooit over, maar God geeft het als een gave van de Heilige Geest;
- het wordt geboren in de intieme omgang met God;
- het gebeurt daar waar de dingen in de wereld om je heen je niet koud laten, maar raken;
- het vindt plaats in een wisselwerking tussen voorganger en gemeente en werkt aanstekelijk.
Nog even terug naar Palermo. Je zou nog kunnen zeggen: ‘Mooi, zo’n toespraak, maar wat haalt zoiets per saldo nu eigenlijk uit? Is de ervaring niet ook dat de meeste dingen uiteindelijk gewoon maar een beetje hetzelfde blijven? Een paar mensen laten een traan om zo’n toespraak, maar de goegemeente gaat algauw weer over tot de orde van de dag.’ Zo praat het cynisme. Maar de ogen van het geloof zagen dat na de toespraak van Rosaria opvallend veel maffiosi zich meldden zich bij de politie. Daar zat echt een piek in. Zij kregen spijt en wilden praten. Een heel langzaam kwamen er in die jaren barsten in het pantser van de misdaad.
Daarom is vrijmoedigheid zo belangrijk. Onderschat het niet. Wees vrijmoedig. Bid erom, met elkaar of op je kring. Doe wat je kunt om vrijmoedigheid te laten gebeuren bij anderen. Wees alert op waar je vrijmoedigheid ziet gebeuren om je heen. Verheug je dan in het feit dat God het ons geeft als een gave van Zijn Geest.
N.B. Het bovenstaande is een bewerking van een verhaal verteld tijdens een preek op zondagmiddag 26 juni in de Sint-Janskerk. Van de preek zelf is alleen de hoofdlijn weergegeven.