De zuchtende schepping

De zuchtende schepping 1

(Samenvatting preek ds. G.C. Vreugdenhil, zondagmiddag 24 mei, Focusdienst 3 blok 5, thema ‘Kosmos’, Romeinen 8 en Genesis 1 en 2)

1. Wat corona ook laat zien
In de stad Wuhan, waar het coronavirus begonnen is, horen ze sinds jaren de vogels weer fluiten. Deze week was voor het eerst in tijden, op meer dan 200 km afstand, de Mount Everest weer te zien. Nu vliegtuigen bijna niet meer vliegen en er minder auto’s op de weg rijden, is de lucht schoner geworden, zijn er minder files en is er minder stikstofuitstoot. Hoe groot de gevolgen van het virus ook zijn voor de zorg, voor mensen die ziek worden, voor bedrijven, scholen, kerken en het onderlinge contact, de natuur ademt ervan op.

Als er één ding de laatste tijd steeds meer tot ons doordringt, is dat wel dit: we plegen roofbouw op Gods schepping. De zeespiegel stijgt alarmerend snel, diersoorten en regenwouden verdwijnen, mineralen worden uit de aarde onttrokken, er is een stikstofcrisis, de aarde warmt op, de industrie is vervuilend, dieren worden in dieronvriendelijke omstandigheden gehouden voor massaconsumptie, vissen sterven door de plastic soep in de Grote Oceaan. De ecologische voetafdruk van ons mensen is veel te groot. Zo kan het niet langer. De schepping kraakt in haar voegen. Om het Bijbelser te zeggen: de schepping zucht.

2. Paulus over de zuchtende schepping
Dat is het beeld dat de apostel Paulus in Romeinen 8:22 gebruikt: ‘Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.’ Omdat Paulus pas in het vers erna over de mens spreekt, weten we dat hij het bij de voorgaande verzen heeft over de natuur en de dieren die zuchten. Opvallend, want de uitputting van de aarde en alles daar omheen speelden in die tijd natuurlijk helemaal nog niet zo sterk. Er woonden ook veel minder mensen op de aarde. Ik denk dat de Heilige Geest de apostel dieper liet kijken naar de schepping, met de ogen van God. Want het probleem van het zuchten van de schepping is al begonnen met de zondeval. Sinds die tijd zucht de schepping en is zij in barensnood. Wij leven in een tijd waarin de weeën steeds sterker worden. De pijn en het lijden, het zuchten van de schepping, worden steeds heviger.

3. De zuchtende schepping en de oude mens
Wat is het probleem dat de schepping, de natuur en de dieren ondervinden? In vers 20 noemt Paulus als eerste oorzaak de zinloosheid. Het Griekse woord mataiotēs betekent vruchteloosheid, nutteloosheid, leegheid. De schepping is vergankelijk. Ze gaat in cirkels rond, zonder dat ze ergens uitkomt. De schepping beantwoordt niet aan het doel dat God voor ogen had: een tuin te zijn, een harmonieus leefmilieu, voor de mens.

In vers 21 voegt de apostel daar nog aan toe: de slavernij van het verderf. Verderf betekent hier: vernieling, verwoesting, uitputting. Dus wat Paulus in de Geest ziet, is: de natuur en de dieren zijn onderhevig aan vergankelijkheid, vernieling en uitputting. De wortels daarvan liggen in de zondeval. God had in het begin de schepping aan de mensen toevertrouwd met een dubbele opdracht.

  1. In Genesis 1:28 staat: ‘Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, de vogels in de lucht en over al de dieren die op de aarde kruipen.’ Dat is een opdracht om de wereld tot ontwikkeling te brengen, om alles wat God daarin gelegd had te gebruiken en te benutten.
  2. In Genesis 2:15 staat: ‘De HEERE God nam de mens, en zette hem in den hof van Eden, om die te bewerken en te onderhouden.’ Het gaat hier over bewerken en onderhouden. In het Hebreeuws staat er letterlijk: ‘dienen en bewaken’. Dat zit iets van zorg en bescherming in.

Het was Gods bedoeling dat die beide opdrachten elkaar in evenwicht hielden. Maar toen kwam de zondeval. In plaats van naar God te luisteren, ging de mens zelf bepalen wat goed en kwaad is. Als gevolg hiervan raakte ook de schepping in verval. Niet langer stond de balans van ontwikkelen en bewaren centraal. God had al voorzien wat er zou gebeuren. De aarde zou niet langer meer die goede tuin zijn, die hof van Eden, maar uitgeput worden en aan verderf en verwoesting onderhevig raken. De schepping zou tot slaaf van de mensen worden.

God stond toe dat deze staat van slavernij voortduurde. Hij gaf Israël wetten. Goede wetten over een sabbat. De balans van werken en rust. Een sabbatsjaar, waarin het land braak zou liggen, het personeel weer vrijuit zou gaan. Het jubeljaar, waarin alle schulden vereffend zouden worden. Maar veel was tevergeefs. In plaats van rentmeester te zijn onder Gods goede leiding en zorg te dragen voor de natuur en de dieren, raakte de schepping door de mens in verval en aan verderf onderhevig. In onze tijd zien wij nog veel meer dan Paulus dat de schepping zucht.

4. De schepping wacht op de nieuwe mens
Paulus voegt aan het beeld van zuchten iets toe. De schepping is ook in verwachting. Hij zegt het zo in vers 19: ‘Met reikhalzend verlangen verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God.’ Dat is een bijzondere gedachte. Paulus ziet de schepping als een mens die met reikhalzend verlangen uitziet naar iemand. Zoals een familie staat te wachten op de auto met het bruidspaar, zoals je iemand verwacht die lange tijd weg is geweest, zo staat heel de schepping, de dieren en de natuur, als het ware op de uitkijk. De schepping wacht op iets wat met de mens gaat gebeuren. God gaat de mens herstellen. Wanneer de mens volledig hersteld is, zal er ook de natuur zich gaan herstellen. Heel Paulus’ theologie wordt gedragen door deze gedachte. Dat deze in zonde gevallen wereld vernieuwd zal worden. Dat is het evangelie! God schrijft deze wereld niet af, maar zal haar vernieuwen. Er komt een dag dat allen die de Heere Jezus toebehoren, zullen opstaan in een nieuw leven. Als de Heere Jezus terugkomt naar deze aarde, zullen de gelovigen (zij die leven en zij die opstaan) Hem volgen. Ze zijn dan vernieuwd. De zonde is uit hun leven verwijderd. Gods Geest zal hen helemaal beheersen. En God stelt hen aan als nieuwe rentmeesters over de aarde. Over dat moment spraken de profeten al. Dat de schepping zal beantwoorden aan het doel dat God met haar voorhad. In de profetieën van het Oude Testament vinden we toespelingen op een herstel van de harmonie in de schepping (vgl. Jes.11:6-10; 55:13; 65:25). De wolf en de lam die samen zullen leven. Een kind en een slang. De steppe die zal bloeien als een roos. De aarde die haar vruchten voortbrengt.

De schepping smacht naar dat moment dat ze niet langer uitgebuit zal worden, maar tot haar bestemming komt, als Gods vernieuwde kinderen als goede en zorgzame rentmeesters voor haar gaan zorgen. De natuur en de dieren zien daarnaar uit, met reikhalzend verlangen.

In het zuchten van de schepping al die eeuwen door klinkt een zachte en stille stem: wanneer, Heere God, zal er een einde aan de uitbuiting komen? Wanneer zullen de kinderen komen die U beloofd hebt? Wanneer maakt U alles nieuw?

We kunnen ons niet voorstellen dat dit ooit zal gebeuren. Maar dat is wat Paulus hier schrijft. Hij betrekt het vervolgens ook op de mensen die leven op aarde. Elke gelovige heeft te maken met lijden, zonde, ziekte en dood. We herkennen dat, wij zuchten ook (aan gemis, verdriet, eenzaamheid, een lege plek), in de hoop ook eens verlost te worden van dit broze en zondige bestaan. Maar Paulus noemt niet de mens als eerste, maar de schepping, de natuur en de dieren. Zij hunkeren naar de dag van hun verlossing. Hoe weten we dat God alles gaat vernieuwen? Omdat de gelovigen de Geest hebben ontvangen. In vers 11 staat: de Geest die in ons woont, zal onze sterfelijke lichamen levend maken. God doet wat Hij heeft beloofd.

5. De betekenis voor ons
Wat betekent heel deze uiteenzetting van Paulus nu voor ons? Laat ik drie dingen noemen:

a. Bekering is nodig
Eén ding is wel duidelijk: het zuchten van de schepping, de vruchteloosheid en het verderf waaraan zij lijdt, zijn het gevolg van ons handelen. Dat het coronavirus zo snel om zich heen kon grijpen, heeft alles met onze manier van leven te maken. De schepping zucht omdat in ons leven alles in het kader staat van meer, groter, sneller en efficiënter. De vervuiling van de lucht, de zee en de bodem, de opwarming van het klimaat, het plunderen van de ecosystemen, de roofbouw op de schepping en de massaconsumptie van dieren mogen ons als christenen niet koud laten. In de Bijbel staat dat God de wereld gemaakt heeft. Hoe kun je, als iemand die van God houdt en in Hem gelooft, niet houden van datgene wat Hij gemaakt heeft? De uitbuiting van de aarde is een belediging voor God.

Over het algemeen hebben christenen niet vooropgelopen in de zorg voor de schepping. Van ons vraagt dit bekering, een levensstijl van soberheid en concrete en duurzame keuzes. Vanaf de kansel is het moeilijk dit nader uit te werken. Het is goed hier als gemeenteleden samen over door te praten. 

b. We moeten onze allergie opzij zetten
In de kerk roept de aandacht voor een sobere levensstijl soms ook allergie op. We moeten al zoveel. We vinden het niet fijn als anderen zich bemoeien met onze keuzes. Bovendien, in de samenleving wordt hier al volop over nagedacht, moeten we dat in de kerk ook nog eens doen? ‘Groen denken, nou ja vooruit, maar groen en duurzaam geloven gaat mij te ver. In de kerk gaat het om geloof en bekering, om wedergeboorte, om redding van onze ziel.’ Zeker, dat laatste is onmisbaar. We kunnen duurzaam leven, maar als we niet in Christus geloven, gaan we verloren en zullen we nooit delen in schepping die wordt vernieuwd. Als je Christus liefhebt en amen zegt op Zijn verlossing, kan het thema van vanavond je niet onbewogen laten. Dan moeten we onze allergie, als die er is, laten varen. De schepping is het werk van God. Als we Hem liefhebben, zullen we ook dat wat Hij gemaakt heeft als een kostbare schat behandelen.

c. Omdat God mee zucht
Wat mij bijzonder raakte, is dat niet alleen de schepping en de mensen zuchten. De Geest van God zucht met onuitsprekelijke verzuchtingen. God is door Zijn Geest in deze schepping aanwezig. Hij deelt in het lijden en zucht mee. Vanwege het verderf en de vruchteloosheid. Vanwege het slechte beheer van ons mensen. Dat God lijdt onder wat ik doe of nalaat, zou mijn hart moeten breken. Als God mij het heil van de Heere Jezus heeft willen schenken, dan draag ik uit dankbaarheid mijn steentje bij aan de schepping. Ook al is het maar een druppel op een gloeiende plaat.

De Geest zucht mee. Hij komt ons in onze zwakheden te hulp. Hij pleit voor ons. Hij trekt aan ons, vernieuwt ons hart, zet ons in beweging. Om ook voor mens en dier het goede te zoeken. We zijn het aan onze Redder verplicht. Het evangelie is dat ons leven in de handen van Christus is. Niets zal ons kunnen scheiden van Zijn liefde. Maar daarom zetten wij ons in voor de schepping. Omdat God de Schepper ons lief is, omdat wij geroepen zijn om zuinig te zijn op wat Hij ons heeft toevertrouwd. Laten we horen wat de Geest hierin tot ons zegt.

Amen.

De volledige preek is te lezen op https://www.gcvreugdenhil.nl/preek/de-zuchtende-schepping/