Tussen de Focuspreken door, over het thema ‘Vrucht dragen door Jezus’, gaan we in de Zondagsbrief in op de vrucht van de Geest. Vandaag op vreugde.‘De stad van God is een stad van blijdschap. En die blijdschap is de onverwoestbare vreugde van Christus’, aldus John Piper. De vreugde van Christus heeft dit diepe besef als basis: a) door God geliefd te zijn, b) alles van Hem te ontvangen en c) door Hem bewaard te worden. Gods vreugdevolle welbehagen heeft alles te maken met de heerlijkheid van Christus, in Wie de Vader Zich onuitsprekelijk verheugt.
Feestvieren hoort bij Gods Koninkrijk
Henri Nouwen zegt: ‘Feestvieren hoort bij Gods Koninkrijk. God biedt niet alleen vergeving, verzoening en genezing aan. Hij wil ook dat deze gaven voor ons een bron van vreugde worden. Ik word tot niets anders geroepen dan in te gaan tot die vreugde. Dit is de vreugde van God, niet de vreugde die de wereld biedt. Dit is de vreugde die opbloeit als wij een kind te midden van alle verwoesting, vernietiging en leed van de wereld naar huis zien teruglopen (…)
Het lijdt geen twijfel dat de vader een uitbundig feest wil (…) De vader trekt alle registers open om zijn zoon een ongehoord feest aan te bieden. Zijn uitbundige vreugde is overduidelijk. Nadat hij bevolen heeft alles in gereedheid te brengen, roept hij uit: “Laten we eten en feestvieren, want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is terug gevonden.” En onmiddellijk daarop begint het feest. Er is een overvloed aan voedsel. Er is muziek en dans. De geluiden van het vrolijke feest kunnen tot ver buiten het huis worden gehoord.’