Vroeger had je ze: kandidaatsgemeentes. Ze zijn er denk ik nog wel. Omgedoopt intussen tot ‘proponentsgemeentes’, maar van hetzelfde kaliber. Veelal kleine dorpsgemeentes en dito kerkenraden. Een aantal van die gemeentes stond destijds – ik praat nu over ruim veertig jaar geleden – hoog aangeschreven vanwege van hun geduld met ‘beginnende dominees’. Sommigen van die gemeentes waren zich daar ook zelf van bewust en gaven degenen met ‘bescheiden talent’ voorrang boven de ‘sterren’. Dan verdien je als gemeente zelf een ster, vind ik. Mijn eigen herinnering is aan zo’n ‘ster van een gemeente’: Nieuwland/Oosterwijk, mijn eerste gemeente(s). Ik zie ze nog voor me: drie ouderlingen, drie diakenen en drie kerkvoogden en dat maal twee, want Oosterwijk had en heeft zijn eigen kerkenraad. Niet alle namen zijn mij bijgebleven. Maar van enkelen zal ik de naam niet snel vergeten. Mannen met handen als kolenschoppen, rouwranden aan hun nagels en de lucht van kuilgras in hun kleren, maar wijs! De één hoorde je bijna nooit, of lispelde in het consistoriekamertje wat tussen de trekken van zijn Willem II-sigaartje door. Maar als hij begon te bidden, was het recht toe recht aan en … kort! Bij de ander zag je het altijd aan zijn ogen wanneer hij aangeraakt was door de Geest onder de bediening van het Woord: lichtrood en soms betraand, maar zonder een woord aan de beginnende dominee. Omdat hij voor die ‘aanraking’ in zijn dankgebed de eer gaf aan God. De derde – heel wijs – liet zich in bijzijn van de broeders veelal positief uit over de preek van de dominee in opleiding. Maar af en toe kwam hij aan de pastorie – ‘Dag dominee, ik kom even kijken hoe het met u gaat’ – om over dit of dat van de preek nog eens door te praten. Vragenderwijs, wijs, opbouwend en vooral helpend. Feedback geven heet dat tegenwoordig, maar met Engelse termen hadden die broeders niets.
Intussen – zeven gemeentes en zeven jaar docentschap aan het Theologisch Seminarie van de Reformed Church in Zimbabwe verder – voel ik mij nog steeds die ‘beginnende dominee’. Nu maakt het mij niet uit welke waarde je als lezer aan deze kwalificatie hecht. Voor mijn part doe je die af met ‘typisch voorbeeld van valse bescheidenheid, nederige hoogmoed’. Maar voor mijzelf is het echt: ik ben niet af. Er is in de fase van de bediening waarin ik nu ben (emeritus predikant met een aanstelling voor structurele hulpdiensten in de Sint-Jansgemeente van Gouda) nog steeds het nodige af-, aan- of bij te leren. En daar heb ik ú en jou bij nodig. Dus: voel je vrij feedback te geven. Dien mij – en daarmee de gemeente! – met het delen van inzichten, met woorden van kennis, van wijsheid, van kritiek en bemoediging. Met praktische aanwijzingen, ook voor deze ‘boomer’, van de ‘generatie z’ en van millennials, met relevante informatie over jullie eigen cultuur. Dat helpt mij bij het maken van preken. En voor alle generaties: laat weten waar ik steken laat vallen of geen goed aan gedaan heb of doe. Constructief dan wel graag, zodat we er samen over in gesprek kunnen gaan. Tot opbouw van de gemeente van Christus. Zo zie ik uit naar een fijne en gezegende tijd in Gouda, van samen God beter leren kennen, van groeien in Christus en tot elkaar.
Ontvang een hartelijke groet,
ds. Aalt Visser