Preek over het Focusthema ‘Deel van de gemeente’ (blok 6, thema 2), gehouden op zondag 13 september 2020 door ds. M.C. Batenburg
Gemeente van Christus,
In een Bijbelstudieboekje over 1 Petrus van Nelly van Kampen haalt ze de herinnering op aan een bezoek in Schotland. Ze schrijft: ‘Stenen. Ze liggen overal, aan de ruige Schotse kust, grote en kleine grijze stenen. En er zijn ook overal muurtjes van gebouwd, die er robuust uitzien. Ook de huizen zijn zo: robuust, ferm. En ergens, een eind van de weg, een uurtje lopen van het dorpje waar ik ooit logeerde, staat een grote, oude boerderij. Nou ja, wat er van die boerderij over is: alleen de muren en nog een klein beetje dak. Maar de muren zien er wel uit alsof ze de eeuwen kunnen verduren. In de omgeving woont een vrouw die een visioen heeft gekregen van God. Zo gelooft ze dat die oude boerderij een huis zal gaan worden waar mensen in moeite een tijdlang rust kunnen vinden. En het zal vooral een huis zijn waar het evangelie van Jezus gedeeld zal gaan worden. Intussen is die oude boerderij nog steeds niet veel meer dan wat kale stenen muren, maar zij gelooft dat het iets moois wordt, want zij zag het. Zij kijkt met andere ogen.’
Als de apostel Petrus naar de mensen kijkt aan wie hij een brief schrijft, dan ziet hij gewone mensen. Mannen en vrouwen, veel mensen die niet zo in het oog springen, en ook nog eens aardig wat slaven. Maar Petrus kijkt anders. Als hij die mensen ziet, dan moet hij denken aan een huis. Aan een gebouw. En het is geen bouwval, maar een prachtig huis. Met een stevig fundament. En de mensen zijn de stenen van het gebouw. Met elkaar vormen ze een huis zoals God het heeft bedoeld. De kinderen zongen het zojuist.
De Heer bouwt ook zijn huis,
daar zijn wij de stenen van.
Ieder heeft zijn plekje in dat huis,
dat God er wonen kan.
Nu is over het bouwen van een huis veel te vertellen. Er zijn hier vast en zeker mensen die daar veel meer van weten dan ik. Ik houd het dus maar bij wat Petrus erover zegt. Hij noemt drie dingen die belangrijk zijn bij de bouw van een huis. En dus ook drie dingen die belangrijk zijn voor het huis van de gemeente, de kerk.
1. Als je een huis gaat bouwen, heb je allereerst een fundament nodig. Het huis moet ergens op staan. Anders gaat het zakken. Daar weten we met de veengrond in Gouda alles van. Zonder goed fundament gaat het niet. Vaak zijn dat heipalen. Palen die diep de grond in gaan en die zorgen voor een stevige ondergrond. Nu is de ondergrond in Israël anders dan bij ons. Daar zorgden stenen voor een goed fundament. En in het bijzonder de hoeksteen. Dat is de steen die het hele gebouw vastheid gaf.
Zonder hoeksteen geen gebouw. Wel, zegt Petrus: voor de gemeente is er ook een hoeksteen. En die hoeksteen is Jezus. Je zou in hoofdstuk 1 moeten lezen hoe hoog Petrus van Jezus opgeeft. Door Jezus zijn jullie opnieuw geboren. Door het bloed van Jezus zijn jullie verlost. En door Hem hebben jullie een nieuwe toekomst gekregen. Door Hem kunnen jullie het volhouden in de moeilijkheden van het leven.
Jezus is de hoeksteen van de gemeente. Bij Hem moet je zijn! Kom naar Hem toe, staat in vers 4. Want Hij is het fundament van ons leven. Het fundament van de gemeente. Ja, de mensen dachten: met Jezus kunnen we niets beginnen. Ze sloegen Hem aan het kruis. Maar toen Hij opstond uit de dood kon niemand er meer omheen. Hij leeft! Hij is uitverkoren door God! Een levende steen, zegt Petrus in vers 4. En daarom: kom naar Hem toe! Dat doen wij toch wel? Jongens en meisjes, houden jullie veel van Jezus? Dat hoop ik wel. Dat is het mooiste wat er is. Want hij is onze Redder. Hij geeft ons telkens weer geloof, hoop en liefde. Bij Hem moet je zijn.
De Startzondag is dit jaar wat anders dan andere jaren. Veel dingen in de gemeente gaan dit seizoen anders. Maar ik hoop en bid dat dit hetzelfde is: bij alles wat er gebeurt in de Sint-Jansgemeente draait het om Jezus Christus. Daar mag je onze activiteiten ook best aan afmeten. Krijgt Christus de eer? Leren we Hem beter kennen? Komen we door Hem in beweging?
Kom naar Hem te toe! Nu wordt in dit gedeelte gezegd: je kunt deze Jezus ook verwerpen … God dwingt niemand. Maar weet wat je dan doet. Petrus zegt daar scherpe woorden over in vers 7 en 8. Als je ongehoorzaam bent … als je Jezus kunt missen … dan kom je ten val. Dan wordt de hoeksteen een struikelsteen. Dat zou verschrikkelijk zijn.
Laten we het daarom vanmorgen allemaal ook horen als een uitnodiging: kom naar Jezus toe! Met je hele leven, met je hele hebben en houden moet je bij Hem zijn! En het is goed om ook echt een stap te zetten als je dat niet eerder deed. Ik denk aan de jongeren die zijn uitgenodigd voor de belijdeniscatechese. Of aan ouderen bij wie het er nog nooit van kwam.
Zou dit niet het moment zijn om een keuze te maken? Om te komen tot Jezus, de levende steen, de hoeksteen. Zeg het tegen Hem: ‘Ik kan niet meer zonder U. Ik heb in mijn leven geproefd hoe goed U bent, hoe genadig en trouw. Ik heb U nodig, steeds weer.’
2. Het tweede dat nodig is voor een huis, dat zijn … de stenen. Dat weten de kinderen ook: voor een huis zijn stenen nodig. Tegenwoordig gaat het trouwens steeds vaker met grote betonblokken. Maar we kennen natuurlijk allemaal van die bakstenen. Die worden dan zo rijtje voor rijtje op elkaar gemetseld.
Petrus zegt: als jullie tot Jezus komen, worden jullie als levende stenen gebouwd tot een geestelijk huis. Bij een geestelijk huis dacht het Joodse volk altijd direct aan de tempel. De tempel was het huis van God. De plaats waar God wilde wonen. Maar door de komst van Christus was de tempel overbodig geworden. Alles waar het in de tempel om ging, vond zijn vervulling in Christus. Hij had hét offer gebracht. Door Hem was de toegang tot de Vader open. Na kruis en opstanding woont God niet meer speciaal in één tempel, nee, Hij woont in de gemeente, de kerk. En de gelovigen zijn van dat huis de stenen. In dat liedje van Elly en Rikkert wordt heel sterk het element van ‘samen’ onderstreept. Niet alleen, maar samen.
Nu kenden de mensen in de tijd van Petrus nog niet van die bakstenen of betonblokken die precies op elkaar lijken. Petrus denkt aan stenen die verschillend zijn van maat en vorm. En als dan een muur gebouwd wordt, moeten de stenen echt worden ingepast. Iedere steen krijgt in dat grote geheel zijn eigen plaats. En met elkaar vormen ze een huis.
Zo is het met de gemeente. Het is een wonderlijk geheel. Mensen overal vandaan … Heel verschillende mensen … Mannen, vrouwen, kinderen … Lager of hoger opgeleid … Rijker of armer … Verschillende mensen die door God als stenen in Zijn gebouw worden gevoegd. Als ik Petrus goed begrijp, wil hij de verwondering daarover tastbaar maken.
Ik moest denken aan het fijnzinnige boekje ‘Leven met elkaar’ van Dietrich Bonhoeffer (Gemeinsames Leben). Hij heeft het daarin over het samenleven van christenen in een gemeenschap. En hij benadrukt allereerst de dankbaarheid. Hij weet hoeveel wensdromen we kunnen hebben over de gemeente. Herkenbaar. Ieder van ons kan zo een rijtje noemen van dingen die je hier anders zou willen. Maar Bonhoeffer zegt: ‘Het is genade van God dat in deze wereld een gemeente zichtbaar, rondom Woord en sacramenten, bijeen mag komen.’ In de woorden van onze tekst: hoe bijzonder dat mensen als levende stenen gebouwd worden. Niet voor niets staat hier een passieve vorm: u wordt gebouwd.
Door God. Hij voegt ons in in Zijn gebouw. Hij brengt de stenen bij elkaar. Het is genade dat in deze wereld een gemeente is. Dank je daar ook voor? Danken wij voor de gemeente? Ook voor deze concrete gemeente, hier, rond de Sint-Jan? Voor al die verschillende stenen en steentjes die vanmorgen om je heen zitten? Misschien wel veel te weinig. Ik wel in ieder geval. Het is veel eenvoudiger om kritisch te zijn op wat niet goed is. Om telkens te vergelijken met andere gemeentes en je op te stellen als een kritische toeschouwer. Petrus wil ons verwondering leren. Wat is het bijzonder dat we samen gebouwd worden tot een geestelijk huis! Wat maakt het een verschil wanneer je elkaar ziet als mensen met wie God aan het werk is! Dan kun je niet anders dan dankbaar zijn. Verwonderd over Gods werk.
3. Het derde dat belangrijk is voor een huis, is dat het voldoet aan het plan van de architect. Als een architect had uitgerekend dat er een bepaalde steunmuur in moest komen, die niet is geplaatst, dan is het huis kwetsbaar. Of als de architect vier slaapkamers had gepland, maar de bouwers maken er maar twee, dan gaat er iets mis.
Het huis dat God bouwt is in allerlei opzichten anders dan de tempel. Het grootste verschil is dat niet meer wordt geofferd om de zonden te verzoenen. Maar er zijn ook overeenkomsten. En dan verspringt het beeld opeens ook. Die levende stenen, blijken ook priesters te zijn. Zoals alle volgelingen van Jezus levende stenen zijn, zo zijn ze ook allemaal priesters. Dus niet alleen een dominee of de ouderlingen. Wij allemaal worden geroepen als priester. Een steen is een meer statisch beeld. Maar een priester, die heeft een roeping. Een Amerikaanse president sprak ooit de legendarische woorden: ‘Vraag niet wat je land voor jou kan doen, vraag wat jij kunt doen voor je land.’ Petrus zou zeggen: ‘Vraag niet wat de gemeente voor jou kan doen, maar wat jij voor de gemeente kunt doen.’ Je hebt een roeping! Niet achterover leunen dus. Niet als een kritische consument beoordelen. Maar jezelf inzetten. Je als priester in dienst laten nemen. Iedereen kan gebruikt worden. Dat is echt uniek van de christelijke gemeente.
Vanmorgen zegt Jezus Christus: ‘U bent een kostbare steen in Mijn gebouw. U bent een waardevolle priester.’ En als priester heb je een roeping. Of je nu oud bent of jong. Ziek of gezond, kwetsbaar of vitaal.
U bent een waardevolle priester. Geroepen om te offeren. ‘Geestelijke offers, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.’ Die offers kunnen niet anders dan dankoffers zijn.
Dankoffers van verootmoediging.
Dankoffers van lofprijzing.
Dankoffers van gebed.
Dankoffers van belijdenis.
Dankoffers van spontaan hulpbetoon.
Dankoffers van concrete hulpverlening.
Dankoffers van meeleven met de ander.
Dankoffers van missionair werk – getuigen over Jezus Christus.
Het gebouw van de gemeente is in zichzelf van betekenis. Hier eren we God, de lofprijzing gaat door. Maar dat heeft ook invloed op anderen. Op ons netwerk, onze stad. We zijn een levend offer. We geven onszelf aan Christus. En zo ook aan de mensen om ons heen. Daartoe zijn we geroepen – hoe oud of hoe jong je ook bent. Daarvoor zijn we als gemeente apart gezet in deze wereld.
In deze Coronatijden houden we soms ons hart vast. Hoe gaat het verder met de gemeente, de kerk? Denk nog even aan die oude boerderij in Schotland. Een stel stenen, her en der verspreid. Maar één ding staat vast: als een volmaakte Architect houdt God het grote plan voor ogen.
We zongen het met de oude woorden van Psalm 89:
Ik weet, hoe ‘t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen
Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen.
God lof – Hij zal Zelf zorgen dat Zijn gebouw gereedkomt. Het fundament is gelegd door Jezus Christus. En de muren rijzen al op, gevormd door levende stenen. Iedere dag opnieuw worden stenen toegevoegd. Totdat het huis gereed is. Die dag komt, vast en zeker.
Amen